Groothoek fotografie onderwater is niet hetzelfde als bovenwater.
Als je boven water een schichtig dier wilt fotograferen, kies je gewoon een lens met zo veel mogelijk zoom en bespied je het vanaf een afstand. Je kunt door in te zoomen het dier ‘naar je toe halen’ en een close-up maken terwijl je op afstand in bijvoorbeeld een schuilhut zit. Onder water is het niet mogelijk om zo ver in te zoomen. Doordat je door water moet fotograferen, krijg je bij afstandsopnames niet voldoende kwaliteit in je foto: het resultaat is een onscherpe, grauwe foto.
Onder water verlies je snel kleur, contrast en scherpte. Licht wordt geabsorbeerd door het water — vooral rood, oranje en geel — en dat al vanaf een paar meter diepte. Niet alleen de diepte heeft effect op kleur, contrast en scherpte, maar ook de afstand van je flits- of videolicht tot je onderwerp. Hoe verder je van je onderwerp bent, hoe minder licht erop terechtkomt, en hoe minder contrast en scherpte je overhoudt.
Je wilt onder water dus zo weinig mogelijk water tussen je lens en je onderwerp, zodat je het goed kunt belichten en een foto van hoge kwaliteit kunt maken.
Verschillen in groothoeklenzen
De meeste (maar niet alle) groothoeklenzen kunnen dichterbij scherpstellen dan standaardlenzen, en dat maakt ze juist zo geschikt voor onderwaterfotografie — zeker voor close focus wide angle (CFWA).
- Fisheye-lenzen kunnen vaak extreem dichtbij scherpstellen, soms al op enkele centimeters van de dome.
- Rectilineaire groothoeklenzen verschillen sterk per model. Sommige hebben een minimale scherpstelafstand van bijvoorbeeld 28 cm, andere kunnen wat dichterbij.
- Ter vergelijking: standaard zoomlenzen hebben vaak een grotere minimale scherpstelafstand (zoals 40 cm of meer), waardoor je onder water automatisch meer water tussen je lens en je onderwerp krijgt.
En dat is precies de reden waarom je een groothoek onder water wilt gebruiken!
Hoe minder water tussen je lens en je onderwerp, hoe beter je foto.

Heel dichtbij met je groothoeklens, lekker veel in beeld
Groothoek maakt het mogelijk om dichterbij te fotograferen, terwijl je toch veel van de omgeving in beeld hebt. Hierdoor verklein je de hoeveelheid water tussen camera en onderwerp en behoud je meer kleur en scherpte.
Daarom is een groothoek perfect voor het vastleggen van:
- weidse riffen
- wrakken
- scholen vissen
- dramatische landschappen

Wanneer kies je voor een groothoek onderwater?
Groothoek is de juiste keuze wanneer je grote onderwerpen wilt vastleggen of een gevoel van ruimte en omgeving in je beeld wilt brengen. Denk aan wrakken, riflandschappen, grote dieren zoals manta’s of haaien, of wanneer je een model of je buddy fotografeert. Ook in zoetwaterlocaties met veel begroeiing of in grotten werkt groothoek uitstekend. Eigenlijk kun je bijna alles fotograferen met een groothoek, zolang je onderwerp maar niet al te klein is.
Fisheye vs. rectilineaire groothoek
Fisheye-lenzen hebben een extreme beeldhoek, tot wel 180 graden. Je kunt extra veel omgeving in beeld “vangen”. Een nadeel kan zijn dat ze bolvormige vertekening hebben — het ene merk wat meer dan het andere. Rechte lijnen worden bol of hol. Die vertekening kan artistiek werken, maar is minder geschikt voor onderwerpen met rechte lijnen. Boven water merk je dat meer dan onder water. Onder water is er minder ‘recht’, én zijn we het ook meer gewend om ronde vormen te zien.
Rectilineaire groothoeklenzen (zoals een 16-35mm) behouden rechte lijnen beter. Boven water is dat vaak belangrijk, bijvoorbeeld bij architectuurfotografie. Onder water geven ze minder vervorming dan een fisheye, maar ook minder extreme beeldhoek.
Beide lenssoorten hebben hun mogelijkheden, voordelen en nadelen. Maar net welke creativiteit je aan jouw onderwaterfoto wilt geven!

Andere verschillen tussen groothoeklenzen
Beeldhoek, scherpte, minimale scherpstelafstand en grootte van de lens bepalen je keuze. Hoe dichter je bij je onderwerp kunt scherpstellen, hoe beter — zeker als je CFWA wilt fotograferen. Sommige lenzen zijn gevoeliger voor flare, dus let op hoe je je (flits)licht positioneert. (Flare = lichtreflectie in je lens die vlekken of een waas in je foto veroorzaakt, als er fel licht recht in de lens schijnt.)
Niet iedere lens heeft dezelfde scherpte, vooral aan de randen van de foto kan dit veel verschil maken.
Ben je nieuwsgierig waar ik mee fotografeer? Dit is mijn onderwatercamera setup
Tip: Verdiep je goed in welke groothoeklens het beste past bij jouw camera én onderwaterbehuizing. Een lens die boven water uitstekende resultaten geeft, is niet per se geschikt voor onderwatergebruik. Goed onderzoek voorkomt teleurstellingen onder water.
Instellingen groothoek fotografie onderwater
Om het maximale uit je groothoekfoto’s te halen, is het belangrijk dat je de belichting goed in de vingers hebt. Groothoek vraagt vaak om andere keuzes dan macro, vooral omdat je met meer omgevingslicht en grotere onderwerpen werkt.
Je wilt je omgevingslicht in balans brengen met je flitslicht. Het natuurlijke licht wat aanwezig is in je foto, dat belicht de achtergrond en de omgeving, terwijl je flitser je onderwerp belicht.
Je camera maakt ook verschil in je instellingen: met een compactcamera, systeemcamera of spiegelreflex heb je verschillende mogelijkheden én soms ook beperkingen in hoe ver je instellingen kunt finetunen.
Instellingen voor groothoek fotografie onderwater:
- Diafragma: meestal f/8 of kleiner voor maximale scherpte en voldoende scherptediepte. Let op, een kleiner diafragma betekent een hoger F-getal: F8, F11, F16, F22.
- Sluitertijd: bepaalt hoe het omgevingslicht wordt weergegeven; hoe sneller de sluitertijd, des te donkerder je achtergrond.
- ISO: probeer zo laag mogelijk te blijven voor minimale ruis, tenzij je bewust meer licht nodig hebt. In donkerder water, zoals in Nederland, moet je al snel je ISO verhogen.
- Ben je nieuwsgierig naar hoe je instellingen voor onderwaterfotografie gebruikt? Dan is dit misschien iets voor jou?!

Flitslicht bij groothoek fotografie onderwater
Licht is allesbepalend in (onderwater)fotografie, en bij groothoek komt daar een flinke dosis techniek bij kijken. Je belicht niet alleen je onderwerp, maar vaak ook (een deel van) de omgeving — en dat vraagt om doordachte plaatsing van je flitsers.
Er is helaas geen ‘beste’ flits opstelling voor de groothoekfoto, want elk onderwerp vraagt om een andere aanpak. Over het algemeen geldt: hoe groter je onderwerp, hoe verder je je flitsers uit elkaar kunt zetten — soms zelfs iets naar buiten gericht.
Fotografeer je van dichtbij en is je onderwerp klein? Dan kunnen je flitsers juist dichter bij je camera. Laat het licht gelijkmatig op je onderwerp vallen, zodat je geen ongelijk belichte delen krijgt.
Bij een wandduik kan het slim zijn de sterkte van je flitsers te variëren: de flitser dichter bij de wand kan minder vermogen nodig hebben dan de andere. Soms kun je ook bewust met één flitser werken, zodat je het omgevingslicht meer laat spreken en extra creativiteit in je beeld brengt.

Wide angle vs. close focus wide angle (CFWA)
Bij klassieke groothoek (wide angle) leg je grote onderwerpen op afstand vast: wrakken, scholen vissen of landschappen.
Bij CFWA breng je juist een klein onderwerp heel dicht bij je lens, vaak met een dramatische voorgrond en/of weidse achtergrond. Denk aan een anemoon met daarachter het rif, of een klein visje met zonnestralen in beeld.
CFWA vraagt om:
- een korte scherpstelafstand
- precieze flitserpositionering
- gebruik van kleine diafragma’s (hoog getal) voor maximale scherptediepte
Hoe dichter je bij je onderwerp bent, hoe minder scherpte je hebt in de voor- en achtergrond. Dat kan ook erg mooi zijn en juist meer creativiteit geven.

Compositie en tips voor groothoek fotografie
Diepte creëren in je foto’s
Diepte maak je door lagen toe te voegen aan je foto: voorgrond, middendeel en achtergrond. Kijk of je jouw onderwerp iets extra’s mee kunt geven. Kun je je cameralens net iets anders richten zodat je ook iets in de voorgrond of achtergrond kunt meenemen? Door kritisch naar je omgeving te kijken, kun je elementen toevoegen of juist weglaten voor een sterker beeld.
Model of buddy in je foto
Een duiker op de juiste plek in je foto geeft schaal en maakt je beeld herkenbaar. Laat je buddy horizontaal trimmen en zorg dat de uitrusting netjes zit — losse slangen of bungelende accessoires leiden snel af. Je kunt je model prominent en goed belicht in beeld brengen, of juist subtiel als silhouet op de achtergrond.
Een duiklamp of blik richting het onderwerp voegt extra richting en verhaal toe aan je foto. En eerlijk is eerlijk: je scoort er ook punten mee, want wie wil er nou geen gave duikfoto van zichzelf? Een mooie manier om goed te maken dat jij soms nét iets te lang bleef hangen bij dat ene visje.
Vervorming en schaal
Alles wat dichtbij is, lijkt groter — zeker bij fisheye. Dat kan je beeld versterken, maar let op dat het niet onnatuurlijk wordt. Groothoekvertekening zorgt er ook voor dat recht soms krom lijkt. Houd daar rekening mee bij het fotograferen van wrakken, lijnen of duikers.
Soms kun je die vertekening bewust gebruiken voor een creatief effect, maar bij documenterende of technische beelden wil je juist dat alles zo natuurgetrouw mogelijk overkomt.

Kies je achtergrond
De achtergrond bepaalt voor een groot deel de sfeer van je foto. Open water vraagt om aandacht voor silhouetten, zonnestralen en een goede balans in je compositie — het kan voor rust zorgen in je beeld. Bij zandbodems is het oppassen voor reflecterend licht of opwaaiend stof.
Heb je te maken met een drukke of afleidende achtergrond, zoals bij een rif? Dan kun je die minder opvallend maken door te spelen met sluitertijd en flitssterkte. Zo bepaal je zelf hoeveel contrast er zit tussen licht en donker in voor- en achtergrond. Door bewust te kiezen waar je fotografeert en vanuit welke hoek, maak je je beeld rustiger en sterker.
